Eindelijk onderweg. Eindelijk echt mooi weer. We liggen een poosje voor pampus in Pampushaven. Verzadigd en verkwikt hijsen we de zeilen ...
Oude engelse zeemanswijsheid: 'Men and ship rot in port'

Niks zeilen hijsen! Er staat niet veel wind en onze Mina, de stuurautomaat, wil opnieuw worden ingeregeld. Daar is het nu een mooi moment voor. Rondje bakboord, rondje stuurboord, rondje rond. Ik kijk om me heen of er niet ineens een vrachtboot ons pad kruist. Het gebrom van Bertus, de motor, begint me al aardig de keel uit te hangen. Gaan we nu weer de hele tocht motoren? We hebben toch niet voor niets een zeilboot. Ik ben een beetje brommerig. Het is warm, zeg maar heet, en het valt me zwaar dat we niet kunnen zeilen.

Bij het minste beetje wind hijsen we de zeilen, om te ontdekken dat bij het grootzeil een en ander niet goed zit. Was dat nou al in Denemarken of toch niet? Denken, piekeren, peinzen, maar we weten het niet meer. Er zijn allerlei geluiden die we niet meer herkennen. Betekenen ze iets ernstigs? Of is het gewoon normaal en hoort het erbij? We zijn roestig! We kennen onze Markiezin niet meer zo goed. Het is een lastige zeildag. Weinig wind, veel vliegjes, en vaak de uitroep "sjips, hoe zat dat ook alweer?" Om ons heen zie ik andere boten zeilen als wij allang weer met hulp van de motor varen. Het maakt mijn humeur er niet beter op. Tijd voor een goed gesprek!

Waarom zijn we hier op het zuidelijk IJsselmeer? Juist! Omdat we onze boot weer goed moeten leren kennen en dat gaat wel een paar zeiltochtjes duren. Ik moet ophouden met steeds te vergelijken met andere zeilers. 'Ieder vaart zijn eigen tocht' en meer van die fraaie zinnen waar ik toch een beetje braakneigingen van krijg, maar gelijk heeft Henk wel. En als we dan toch bezig zijn met bepraten wat we wel en niet moeten doen, laten we dan ook weer bedenken dat we niet een bestemming moeten kiezen zonder te kijken waar de wind heen waait. Blijkt dat de werkelijke wind anders is dan de voorspelde, verleggen we de koers en passen de bestemming aan.

We passen onze koers meteen maar aan. In plaats van Enkhuizen wordt het Hoorn. Vanaf dan gaat het beter. "Wat doet de wind vandaag?" wordt weer de eerste vraag. Met de voorspelling in de hand bepalen we een bestemming en blijkt het onderweg anders, dan hebben we alternatieven. Is er onderweg even echt geen wind, is dat een goed moment om het dek te poetsen met behulp van de dekwaspomp. Pas als de Markiezin vanzelf gaat omdraaien door totaal gebrek aan wind, starten we de motor.

Zo beginnen we aan een traject van zeiltochten waarmee we het roest van ons afschudden, allerlei kleine en grotere mankementjes aan de Markiezin ontdekken en, als het kan, verhelpen.